Krijtopdracht: de tijger
Voorbereiding
De kinderen in groep 7 en 8 hebben al vaker gewerkt met krijt. De doelen voor deze les zijn: krijten met verschillende lagen en werken met verschillende kleuren in hetzelfde vlak op één nieuwe kleur te krijgen.
Oriëntatie
Om de les te introduceren heb ik de kinderen een filmpje laten zien over de tijger. Dit was een filmpje waarbij de tijger op jacht ging. De kinderen waren gelijk betrokken bij het onderwerp.
Ik heb de kinderen gevraagd wat ze weten over de tijger. Waar leeft de tijger? Wat eet de tijger? Wat doet een tijger? Hoe ziet een tijger eruit? Daarna heb ik verschillende foto’s van een tijger laten zien om het beeldaspect te versterken.
In de uitleg heb ik verteld met welk materiaal de kinderen gaan werken en wat ze daarmee moeten doen. De opdracht is om met krijt een tekening te gaan maken. Ik heb de opdracht in verschillende stappen verdeeld. Bij stap 1 tekenen de kinderen de tijger na op een A3 blad. Ze kunnen de tijger natekenen van een voorbeeld tijger die ik ze heb gegeven (zie foto). Stap 2 de kinderen tekenen een horizon en daarboven een aantal bergen. Deze bergen gaan ze in verschillende lagen krijten. Door eerst licht met paars de bergen in te kleuren en daarna met wit eroverheen. Dit moeten de leerlingen meerdere keren doen (zie foto). Stap 3 op dezelfde manier krijten de kinderen ook de lucht en het zand (zie foto). Stap 4 de tijger die nog lichtjes te zien is met potlood door het zand heen, wordt nu ingekleurd. Eerst trek je de tijger om met een kleurtje en daarna teken je de strepen op de tijger. Door met rood, geel en wit de tijger in te krijten krijg je een tijger met verschillende kleuren (zie foto). Als laatste stap 4, hier gaan de kinderen gras tekenen over de tekening heen (zie foto), zo lijkt het net alsof de tijger door het hoge gras heen kruipt, opzoek naar een prooi.
Uitvoering
De kinderen gaan zelfstandig aan het werk en ik loop als leerkracht rond om de kinderen te observeren, zo krijg ik een beeld van het individuele werkproces.
Ook stimuleer ik een aantal leerlingen door ze nog even te helpen herinneren aan bijvoorbeeld het krijten van meerdere lagen.
De kinderen die klaar zijn met hun werk krijgen een vervolgopdracht. Ze mogen zelf kiezen welke vervolg opdracht ze willen maken:
Vervolgopdracht 1: (biologie) waar leven tijgers? Wat eten ze? Etc. ga opzoek naar meer informatie over de tijger en zorg ervoor dat je aan het einde van de les er een mini-presentatie over kan geven.
Vervolgopdracht 2: handvaardigheid: Maak nog een tekening met krijt en zorg ervoor dat ik in die tekening goed kan zien dat je met kleur verloop werkt. Dat de verschillende kleuren netjes in elkaar overlopen (dit hebben de kinderen al eerder geleerd in andere handvaardigheid lessen).
Vervolgopdracht 3: (aardrijkskunde) Je hebt net een tekening gemaakt waarop ook een landschap was te zien. Het is er warm en er was zand en gras, hoe noemen we dit klimaat? Hoe noemen we dit landschap? Welke vormen van klimaat zijn er allemaal? Welke landschappen zijn er allemaal?
Vervolgopdracht 1: (biologie) waar leven tijgers? Wat eten ze? Etc. ga opzoek naar meer informatie over de tijger en zorg ervoor dat je aan het einde van de les er een mini-presentatie over kan geven.
Vervolgopdracht 2: handvaardigheid: Maak nog een tekening met krijt en zorg ervoor dat ik in die tekening goed kan zien dat je met kleur verloop werkt. Dat de verschillende kleuren netjes in elkaar overlopen (dit hebben de kinderen al eerder geleerd in andere handvaardigheid lessen).
Vervolgopdracht 3: (aardrijkskunde) Je hebt net een tekening gemaakt waarop ook een landschap was te zien. Het is er warm en er was zand en gras, hoe noemen we dit klimaat? Hoe noemen we dit landschap? Welke vormen van klimaat zijn er allemaal? Welke landschappen zijn er allemaal?
Nabeschouwing
Als de tekeningen af zijn, bekijk ik ze samen met de leerlingen. Ik vraag hoe ze de tekening hebben gemaakt en wat ze er zelf van vinden.
Ik als leerkracht bekijk de tekeningen en ga ze beoordelen met een: goed, ruimvoldoende, voldoende of onvoldoende. Ik beoordeel de tekeningen door eerst te kijken of de leerlingen de doelen van mijn les behaald hebben en of de leerling op zijn individuele niveau, goed zijn best heeft gedaan.
Na de beoordeling hang ik de werkstukken van de kinderen in de klas, zodat iedereen kan genieten van het werk van de kinderen.
Evaluatie
Als alle tekeningen in de klas hangen en ik ze beoordeelt heb, kijk ik naar mijn doelen. Zijn deze doelen behaald? Was het te hoog gegrepen? Hebben de kinderen meer uitdaging nodig? Wat is handig om te oefenen in de volgende les? Enz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten